Beschrijving

In de cursussen Inleiding Oude en Nieuwe Testament wordt uitvoerig stilgestaan bij de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel. Overduidelijk is gebleken dat de Bijbel niet beschouwd mag worden als een boek, dat kant en klaar vanuit de hemel is neergedaald. Gedurende vele eeuwen hebben vele mensenhanden eraan gewerkt en zijn er vele reële belevenissen van mensen in de Bijbel opgetekend.
Wetenschappers hebben inmiddels bewezen dat de Bijbel – net als ieder ander literair werk – op kritische wijze benaderd en onderzocht kan worden. Toch noemen wij de Bijbel het onfeilbare Woord van God en beschouwen wij de Heilige Schrift als een richtsnoer voor ons leven, waarop wij terug kunnen vallen. Ogenschijnlijk is het onmogelijk om de Bijbel als het Woord van God te belijden en tegelijkertijd toe te geven dat zij is geschreven door feilbare mensen. Maar tegelijkertijd realiseren wij ons, dat – als wij hierdoor de Schrift niet meer als Gods Woord kunnen beschouwen – wij ook de openbaringsbron van ons geloof loslaten, met alle gevolgen van dien.
In deze cursus wordt getracht hierop een antwoord te vinden. Aandacht wordt besteed aan de rol die God gespeeld heeft bij de totstandkoming van zijn Woord (ook wel ‘inspiratie’ genoemd), wat wij onder de onfeilbaarheid van de Schrift dienen te verstaan, en het gezag dat zij heeft voor ons, gelovigen van de twintigste eeuw.
Voorts wordt op kritische wijze stilgestaan bij de moderne methoden waarmee de Schrift wordt onderzocht. Is historisch-kritisch onderzoek op de Heilige Schrift wel geoorloofd en zo ja, waar liggen dan de grenzen? Hoe wetenschappelijk verantwoord zijn deze methoden van onderzoek en van welke vooronderstellingen gaan zij uit? Wat is de waarde van dit onderzoek en hoeven we niet bang te zijn dat de Bijbel uiteindelijk hieraan ten onder zal gaan?
Tenslotte wordt aandacht besteed aan het begrip ‘openbaring’ en komt de vraag aan de orde of ook buiten de Schrift om over openbaring van het goddelijke gesproken kan en mag worden en zo ja, op welke wijze zich dit verhoudt tot hetgeen de Schrift zegt.